Redacteur geestelijk leven van de Leeuwarder Courant

.

donderdag 30 december 2010

Trending

Op de redactie van de LC hebben we gisteren wat gebrainstormd over wat volgend jaar ‘in’ en ‘uit’ is. Voor de laatste podiumpagina van 2010. Dat viel nog niet mee. Uiteindelijk maakte een collega een overzicht met een kwinkslag. Wel zo leuk om te lezen.
Sinds Twitter in de wereld is, is er een nieuwe term voor wat op dat moment ‘in’ is: trending. Gisteren kon ik met geen mogelijkheid bedenken wat er op het religieuze erf echt trending is. Maar vanmorgen bedacht ik zo twee onderwerpen.

De eerste is: vrijuit praten over geloof en religie. Daarbij werd ik geïnspireerd door twee krantenberichten die op Twitter voorbij kwamen. Trouw: ‘Godsdienst mag weer in literatuur’. En in het AD vertelt zanger Thomas Berge vandaag ongegeneerd dat hij weer dagelijks bidt.
Praten over je geloofsovertuiging was al een trend, maar die zet zonder meer door. Gisteravond was op Ned. 1 de veelbekeken terugblik op het WK voetbal met Wesley Sneijder. En iedereen weet van die jongen dat hij eerder dit jaar katholiek is geworden. Bijvoorbeeld.

Zeker, ze zijn er nog, de mensen die zuur en zeurderig doen over het geloof. Maar dat zijn in de regel vervelende vijftigplussers die niet zien dat dit zooooo jaren negentig is. Helaas zitten die nog wel vaak bij de media, zoals Kluun eind 2009 al fijntjes heeft vastgesteld.
Jongeren hebben van dat Maarten ’t Hart-syndroom geen last. En dat is een verademing, hoewel je daarbij wel op de koop toe moet nemen dat velen ook niet gehinderd worden door enige vorm van religieuze kennis. Maar daar hadden veel ouderen ook al ernstig last van.

Een tweede onderwerp dat trending is, is kerksluiting. De komende jaren zullen honderden kerken gesloten worden. Nu valt dat nog mee, maar binnen afzienbare tijd zal er sprake zijn van een soort van een Nationale dijkdoorbraak.
Collega Daniël Gillissen van het Nederlands Dagblad meldde net op Twitter een kerksluiting in Bedum. En een paar dagen terug noemde hij ook al een andere kerksluiting in Amersfoort. Ik reageerde zojuist dat we als kranten straks een apart rubriekje moeten hebben: ‘Kerksluiting’. En dat is geen grap.

Nee, beide trends zijn niet in tegenspraak. Veel mensen belijden hun geloof publiek, maar veelal ook buiten de bestaande kerkelijke structuren. En degenen die wel actief kerkelijk zijn, zitten bij kerkelijke gemeenten die wel groeien - meestal van stevige/evangelische snit.
Het komend jaar zullen zich op beide terreinen geen schokkende zaken voordoen. De trends zetten gestaag door. Maar aan het einde van het nieuwe decennium zal de kerkelijke en - breder - de levensbeschouwelijke kaart van Nederland ingrijpend zijn gewijzigd.

donderdag 23 december 2010

Rottigheid

Als iemand je iets naars over een ander vertelt, dan zit je daar mooi mee. Het vervuilt de manier waarop je in het vervolg naar die persoon kijkt, ook al weet je niet 100 procent zeker dat de vervuilende informatie waar is.
Je stapt immers niet zo maar naar iemand toe en vraagt of die roddel klopt. Tenminste, ik doe dat niet. Mijn schoonmoeder zou zeggen: ‘Een kroon is zo maar van iemands hoofd gestoten.’ En ze heeft gelijk.

Geregeld word je als journalist via telefoon of mail op de hoogte gesteld van zaken die anderen liever niet naar buiten gebracht zien. Kerkleden doen dat ook. Zoals iemand mij laatst twitterde: ‘Kerkmensen zijn net gewone mensen.’ Waarop ik iets terugschreef van: ‘Meestal is dat een excuus om het ‘gij geheel anders’ te kunnen verwaarlozen.’
Mensen hebben altijd een belang om iets te lekken. Bij kerkmensen intrigeert mij dat extra. Heb je nu echt zo’n hekel aan die kerk of de persoon waarover je dit naar buiten brengt? Weet je dan niet dat dit soort informatie het blazoen van de kerk besmeurt en de dominee in kwestie - want daar gaat het meestal over - voor het leven beschadigt?

Wat er zoal aan achterklap in mijn oor gefluisterd wordt? Weet u… dat onze dominee een ziekte met een korte naam heeft, dat onze dominee met iemand in de gemeente een relatie heeft, dat de dominee het met de organist op de orgelbank gedaan heeft, dat onze dominee zijn computer bij een kerklid ter reparatie inleverde en dat daar pornografisch materiaal op stond, dat onze dominee grote gokschulden heeft, dat onze dominee met te veel op door de politie aangehouden is?
Misschien deug ik niet als journalist, maar ik ben nooit blij met dit soort rottigheid. En ik ben ook niet blij met kerkleden die dit aan mij doorgeven. ‘U mag natuurlijk nooit zeggen dat het bij mij vandaan komt.’ De laatste jaren gebeurt het vooral anoniem: met een voor de gelegenheid aangemaakt mailaccount.

Dat ik vervolgens met die vuiligheid zit opgescheept - jammer dan. Een keer hoorde ik hoe in een kerk feest werd gevierd dat de dominee vertrok. Hij had in al zijn gemeenten buitenechtelijke relaties gehad. De man stapte over naar een ander kerkverband, waar hij heel enthousiast werd ontvangen. Iemand in zijn aanstaande gemeente sprak over de dominee als een lot in de loterij, hoewel de degelijk gereformeerde man in kwestie nooit die term zou gebruiken.
Moest ik zijn vreugde temperen? Moest ik zeggen dat dat kerkverband en die gemeente een kat in de zak hadden gekregen? Ik heb het niet gedaan. Nauwelijks een jaar later was het in de nieuwe gemeente ook weer raak. En de kerk wist niet hoe snel ze van de man af moesten. De dominee sprak tegen een collega van een andere krant over de onbarmhartigheid die hij had ondervonden. En de kerkenraad moest zwijgen over wat er echt was voorgevallen.

woensdag 15 december 2010

Het nieuws

Kent u dat - ik hoop het - dat uw wapenrusting soms niet genoeg sluit en dat het dagelijkse nieuws je niet onberoerd laat? Ik had vanmorgen weer zo’n moment. En het NOS Journaal van negen uur - leuk op mijn iPhone bekeken - kwam keihard bij mij binnen.
Een boot, afgeladen met asielzoekers, slaat in zeer slecht weer te pletter op de rotskust van het Australische Christmas Island (what’s in a name). Reddingwerkers moeten toezien hoe de bootvluchtelingen verdrinken, ook kinderen en baby’s.

Steeds meer kinderen in Nederland leven in armoede. Het zijn er inmiddels ruim driehonderdduizend. En er is weer een internationaal kinderpornonetwerk opgerold. Wie weet hoeveel leed die *PIEP* hebben veroorzaakt.
En ja, er was ook fijn nieuws. Hoe een dief met 1,5 miljoen dollar aan fiches een casino uit kon komen. En zeker, het was hartstikke leuk om te zien hoe Nicolien Sauerbrij op afstand, onder de voet van de Rocky Mountains, hoorde dat ze sportvrouw van het jaar was geworden.

Maar toch. Waarom word ik letterlijk beroerd van de gedachte aan onder anderen die vluchtelingen die al allerlei ontberingen achter de rug hadden, om tenslotte op de kust van de vrijheid om te komen of hun geliefden een vreselijke dood te zien sterven?
Hoe kan ik in Godsnaam toch meestal met droge ogen het nieuws bekijken of meewerken aan alweer een krant vol leed? En dan ook alleen maar dat leed dat in het nieuws komt. Dat iedere drie seconden een kind onnodig dood gaat, omdat we met elkaar de boel niet eerlijk verdelen - ach, dat is geen nieuws.

Ik verbaas me altijd over christenen die pas in een geloofscrisis komen als henzelf of iemand in hun directe omgeving iets vreselijks overkomt. Begrijp me goed, vaak gaat het echt om afschuwelijke dingen en mensen zijn terecht tot in hun botten geraakt.
Maar hoe hebben ze voor die tijd dan de krant gelezen en naar het nieuws zitten kijken? Er is toch iedere dag reden om in een enorme geloofscrisis terecht te komen? ‘Als er echt een God is…’ En mensen die geloven dat deze wereld niet onder de vloek leeft, die begrijp ik al helemaal niet.

maandag 6 december 2010

Verwachting

Het is weer advent. De tijd van verwachting, van uitzien naar de geboorte van Jezus, naar de komst van het Licht. En blijde verwachting is een van de belangrijkste dingen in het leven, weet de Zweedse econoom en hoogleraar Micael Dahlén.
Dahlén, die er uit ziet als een jonge hippie, heeft het boek ‘Nextopia’ geschreven. Hij beschrijft de zogenaamde ‘Expectations Society’. Mensen zijn het gelukkigst, zegt hij, wanneer ze iets hebben om naar uit te kijken. Daar, daar om de hoek, voor ons - daar bevindt zich iets beters.

Wil je iets bereiken bij de mensen, dan moet je daarop inspelen. En dat had het promotieteam van president Barack Obama net zo goed begrepen als degenen die de iPhone 4 in de markt zetten. De verwachtingen waren in beide gevallen enorm.
Dahlén wijst bijvoorbeeld op een Amerikaans consumentenonderzoek dat gehouden werd twee maanden voor de nieuwe telefoon van Apple op de markt moest komen. De meerderheid van de ondervraagden wist het zeker, zonder het ding in handen gehad te hebben: de iPhone!

Sprekender nog, vindt Dahlén, is Obama die de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Wat hij had gedaan voor de vrede? ,,Helemaal niets, maar mensen verwachtten dat hij vrede gaat brengen.’’ Dat Obama bij veel Amerikanen zo van zijn voetstuk kon vallen, is de keerzijde van dat succes.
Het hebben van de zaak, mijn moeder zei het vroeger geregeld, is het einde van het vermaak. De les die consumenten hier uit kunnen trekken is volgens Dahlén: ,,Er is geen eeuwig geluk. Je kunt niet voor eeuwig gelukkig zijn en dat is, denk ik, een opluchting.’’

Dahlén heeft de ‘Expectations Society’ goed in beeld, maar op dit laatste punt gaat hij de mist in, weten degenen die leven in advent.

zaterdag 27 november 2010

Kortjakje

Het is vandaag bekendgemaakt, begrijp ik, want het was zonet zelfs nieuws op het NOS Journaal: voor het eerst staat ‘Hotel California’ van de Eagles op nummer 1 van de top 2000 die op Radio 2 weer aan het einde van het jaar wordt uitgezonden.
Je kunt er vergif op innemen dat er in evangelische kring over gesproken zal worden dat het toch wel een teken van de tijd is dat dit lied, dat een verkapte lofzang op de satanskerk is, nu op de eerste plaats staat. Dat is overigens niet mijn mening, zie hier een eerdere blog.

Toegegeven, ik heb zelf ook een liedje waarover ik een uitgesproken mening heb om de vaak niet gekende achtergrond ervan, en dat is ‘Kortjakje’. Ik werd daar gisteren weer bij bepaald toen ik in het Reformatorisch Dagblad een commentaar las over christelijke Kortjakjes.
De aanleiding was onder meer het congres ‘Gans anders’, vrijdag in Amersfoort, waarop de matheid van christenen ter sprake kwam. Door de weeks merk je heel weinig van ze, maar ’s zondags gaan ze wel braaf ter kerke, zo was de invulling van het RD van de hedendaagse Kortjakjes.

Wat mij betreft is het een ongelukkige vergelijking. Ik weet dat er meer exegeses bestaan van het lied ‘Kortjakje’, maar volgens mij is er slechts één juiste: Kortjakje is een prostituee die ’s zondags even braaf als huichelachtig naar de kerk gaat.
Het korte jakje spreekt al voor zich. ‘Ziek’ is een eufemisme voor de manier waarop deze vrouw haar geld verdient. Blijkbaar is ze bijzonder succesvol, want ze kan zich een bijbel met zilverbeslag veroorloven. En wie kan er wat van zeggen? Dan zou je toegeven dat je weet wat Kortjakje doet.

Ik ben benieuwd hoeveel van de mensen die met absolute zekerheid weten dat ‘Hotel California’ over de satanskerk gaat, het geen probleem vinden dat hun kinderen het uiterst bedenkelijke ‘Kortjakje’ zingen. Mijn verklaring te vergezocht? Nee, die van ‘Hotel California’ is sterk.

zaterdag 20 november 2010

Websites

Deze week verschenen de resultaten van een onderzoek naar websites van lokale kerken, uitgevoerd in opdracht van Kerknieuws.nl, de uitstekende kerknieuwssite van de IKON. Resultaat: een op de vier lokale kerken heeft nog geen eigen website.
Het aardige is dat niet alleen de ‘zware’ protestantse kerken, de zogenoemde zwartekousenkerken, vaak geen website hebben. Dat geldt ook voor kerkgenootschappen die op de linkerflank van het kerkelijk erf zitten, zoals de doopsgezinden.

Twee kerkgenootschappen hebben een dekking van maar liefst 100 procent: bij de Remonstrantse Broederschap en de Oud-Katholieke Kerk hebben alle plaatselijke gemeenten een website in de lucht. Die timmeren dus leuk aan de digitale snelweg.
Aan het einde van het bericht op de site van opdrachtgever Kerknieuws.nl staat dat het onderzoek mogelijk een aansporing kan zijn voor kerken om zich alsnog te manifesteren op het internet. ,,Want één ding is zeker: zonder site ben je als kerk onzichtbaar in deze samenleving.’’

Ik vraag me bij zo’n constatering af: hoe erg is dat eigenlijk als je als lokale kerk geen website hebt? En hoe erg is het dat als je wel een site hebt, die er niet gelikt uitziet? Ik zou wel eens willen weten hoeveel mensen van buiten de kerk nu echt iets doen met dit soort sites.
Neem nou de twee kerken met die dekking van 100 procent. Ze zijn niet vreselijk groot en ik geloof ook niet dat de gestage teruggang in ledental gestopt is doordat alle gemeenten online zijn. Ik geloof echt niet dat een kerk door een site zichtbaarder is in deze samenleving.

dinsdag 9 november 2010

Geschorst

In de LC hadden we gisteren een berichtje over een dominee die met onmiddellijke ingang is geschorst, omdat hij een buitenechtelijke relatie met een zuster der gemeente heeft. En onze krant was niet de enige. Zelfs het ANP schreef er over.
Het blijft worstelen met dit soort berichten. Wij noemden in de LC wel de zonde, maar niet de naam van de zondaar. Het Nederlands Dagblad meldde vanmorgen wel de naam en verder louter dat hij geschorst was op grond van artikel 79 en 80 van de kerkorde. Daar wordt van ,,grove zonden’’ gesproken.

Ik zeg niet dat dat slechter is. Ik merk alleen op dat ook daar geworsteld wordt met dit soort berichten. Maar met deze formulering kun je ook op je vingers natellen waar het over gaat, net zoals bij de oude formulering ,,zonde tegen het zevende gebod’’. Bovendien, als predikanten geschorst worden, dan gaat het in veruit de meeste gevallen om een vorm van misbruik in pastorale relaties.
Kranten mogen worden aangesproken op wat zij schrijven. Ik schreef vorige maand naar aanleiding van een soortgelijk geval al over deze problematiek en zei dat het ook voor kerken niet makkelijk is. Maar nu wil ik zwartepieten en het probleem leggen waar het hoort: bij de kerken. Met als grote vraag: waarom moet het eigenlijk aan de grote klok worden gehangen?

Waarom moeten gemeenteleden een brief over de zaak krijgen, waarom moet het uitgebreid worden toegelicht in een verklaring aan het begin van een kerkdienst die nog maanden op internet beluisterd kan worden? Beleg voor het trieste nieuws een gemeentevergadering, die echter wel nadrukkelijk besloten is.
Er is natuurlijk een reden voor deze handelwijze: kerken willen het graag goed doen. Er is in het verleden teveel met de mantel der liefde bedekt en nu wordt zeker in het geval van een seksuele misstap vrijwel onmiddellijk een tuchtprocedure in werking gezet waarop vaak al snel afzetting van de predikant volgt.

Maar wat een schade richt zo’n correcte kerkenraad aan. Zo’n man - of vrouw - wordt publiekelijk door de kerk aan de schandpaal genageld. Heel Nederland mag het weten. Ik begrijp niet waarom. Je zou de zondaar maar zijn. Of z’n partner, of z’n kind. Papa, en dus jij ook, als openbaar kunstbezit. Erg pastoraal.
Naar christenen die misstappen begaan, wordt kritisch gekeken. En terecht. Naar dominees die uit de bocht vliegen, wordt helemaal kritisch gekeken. En terecht. Maar enig mededogen is ook in dat geval op zijn plaats. En met alleen maar bidden voor de slachtoffers ben je er niet.

En over bidden gesproken, misschien vergiste de dienstdoende ouderling zich, maar in de afkondiging afgelopen zondag over de schorsing van de dominee werd wel gevraagd om gebed voor zijn gezin, maar niet voor de zondige dominee en de zuster in kwestie. Maar ik ben bang dat het geen vergissing was.
Als ik dit geklungel zie, vraag ik me ook ernstig af hoe zorgvuldig er gehandeld wordt vóór de zaak publiek gemaakt wordt. Is wel het uiterste geprobeerd om de situatie anders op te lossen? Ik ken een paar gevallen wat beter en dat maakt mij er niet echt gerust op.

Want, hebben kerkenraden en ook de dominees die de fout ingaan, wel enig besef van wat de consequenties zijn als je uit het ambt raakt? Het is natuurlijk heel goed dat je je zonde erkent en de consequenties aanvaardt, maar overzie je ook de gevolgen?
Ik ken zo een paar ex-predikanten die aan lager wal zijn geraakt. Want wat kan een dominee buiten de kerk worden? Taxichauffeur. Of dakloos. Dat zijn geen academische voorbeelden. Zodra de zondige ex-dominee uit het blikveld is verdwenen, wordt er opgelucht adem gehaald. Dat de man verkommert, tja. Het wordt hoog tijd voor een onderzoek naar hoe het ex-dominees vergaat.

En dan nog eens iets. Hoe komt het dat in veel gevallen de omgeving niet zag dat een dominee soms jaren bezig is geweest te verongelukken? Natuurlijk doet zo’n man of vrouw stiekem. Maar zegt het ook niet iets van het ontbreken van geestelijke fijngevoeligheid bij bijvoorbeeld kerkenraadsleden of collega’s die geregeld met hem of haar te maken hadden? Wordt er na het pijnlijke vertrek wel door de achterblijvers aan zelfonderzoek gedaan?

zaterdag 6 november 2010

Relikwieën

In de Karmel in Drachten, het oude klooster van de ongeschoeide karmelietessen, staat dit weekeinde in het licht van Allerzielen. Aan het einde van de middag was er een viering van Allerzielen in de kapel, die uitliep op een lichtprocessie naar de graven van de zusters in de slottuin.
Voor de onvolprezen rubriek De Samenkomst in de LC had ik al eens die allerzielenviering beschreven en ik heb besloten om dit keer de studiemiddag met emeritus hoogleraar Jan den Boeft mee te maken. Hij sprak voor een select gezelschap over het mede door hem vertaalde traktaat van Augustinus’ ‘Wat kunnen wij voor de doden doen?’

Ik heb weer een paar dingen bijgeleerd. In het boekje behandelt de kerkvader (354-430), die van enorme invloed is geweest op de kerk, de vraag of overledenen per se naast geloofsmartelaren begraven moeten worden. Martelaren werden gezien als vanzelfsprekende heiligen, die linea recta naar het paradijs gaan.
Boeiende materie. Vooral omdat reeds in de vroege kerk al de gewoonte onder christenen bestond om voorbede voor de zielen van overledenen te doen. Dat is zinvol zolang het laatste oordeel niet is geweest. Augustinus bevestigt ook die praktijk. Ik heb altijd gedacht dat deze praktijk, waar de Reformatie mee afrekende, pas later in de kerkgeschiedenis is ontstaan.

En er was nog een tweede eyeopener. Augustinus moest weinig hebben van de wonderen die werden toegeschreven aan relikwieën, stoffelijke resten van heiligen. Wonderen, zo vond hij, waren slechts de startmotor van de kerk. Na de tijd van de ‘Handelingen der apostelen’ bestonden die niet meer, omdat ze niet meer nodig waren.
In de voetsporen van de grote kerkvader werd en wordt dit nagezegd in orthodox-protestantse kring. Maar nu vertelde Den Boeft iets wat ik nooit heb meegekregen, namelijk dat Augustinus die mening op later leeftijd heeft herzien. Dat blijkt uit Boek 22, hoofdstuk 8 van zijn ‘Civitate Dei’. Dat heb ik niet op de plank staan, maar ik geloof de hoogleraar onmiddellijk.

Augustinus is tot ander inzicht gekomen, zegt Den Boeft, doordat hij met eigen ogen zag wat voor wonderen werden bewerkstelligd door het gebeente van Stefanus, de oermartelaar (zie illustratie van Rembrandt). Boeiend, ook nu zie je onder aanvankelijk weigerachtige christenen hoe het geloof in wonderen door wat zich voor hun ogen voltrekt, uiteindelijk alsnog wordt omarmd.

woensdag 3 november 2010

Bajes

Vanmiddag was ik slechts op bezoek in De Marwei. In Leeuwarden weten ze dan direct waar het over gaat: de gevangenis. Daar hebben ze liever dat je spreekt van PI Leeuwarden, en die afkorting staat natuurlijk voor Penitentiaire Inrichting.
We zijn dol op eufemismen. Tbc in plaats van tering of suïcide in plaats van zelfmoord. In justitiële kringen is dat natuurlijk niet anders. Dus liever PI in plaats van gevangenis, en gedetineerden - of, ook een mooie die ik vanmiddag hoorde: bewoners - in plaats van gevangenen.

In de PI was de landelijke presentatie van het ‘Bajesbrevier’, een katholiek dagtekstenboek dat de zondagen volgt van het liturgisch jaar. Het moet de gedetineerden woorden geven voor de momenten dat ze op zichzelf teruggeworpen zijn, zonder dat ze zich groot moeten houden in de groep. Met hun vragen en hun twijfels.
Ik had het me even niet gerealiseerd, ik was met mijn hoofd bij andere dingen, maar op eens liep de tot kerkzaal omgebouwde sportruimte vol met de doelgroep. En wat direct opviel was dat er zoveel jonge mannen waren. En wat vrijwel daarna opviel was dat ze zich allemaal keurig en gedisciplineerd gedroegen.

Het werd een mooie viering. Met regelmatig momenten waarop volgens de liturgie ‘allen’ moesten antwoorden en moesten bidden: ‘Onze Vader…’ Een van de jongens deed ook de schriftlezing. En er werd gezongen. Niet alleen met begeleiding van het onvermijdelijke elektronische orgel, maar ook op gitaar, gespeeld door gedetineerden zelf. En een van hen zong, zeker niet onverdienstelijk, een paar keer solo. Onder meer de ‘Redemption Song’: ‘Won’t you help to sing - these songs of freedom?’ Achter mij hadden medegedetineerden louter waardering: ,,Knap hoor, je moet maar durven.’’

Geen idee wat die mannen en jongens allemaal op hun kerfstok hebben, maar petje af. En zeker ook voor de pastores en de vele vrijwilligers die de bajesdiensten mogelijk maken.

dinsdag 26 oktober 2010

Kerk en moskee

De relatie tussen kerk en moskee is gevoelig. Dat is een open deur natuurlijk. In voorbije eeuwen hebben christenen niet altijd even prettige ervaringen gehad met moslims en andersom. Met zo’n voorgeschiedenis is het eieren lopen.
De afgelopen jaren kozen de kerken vooral voor de dialoog als het ging om de relatie met het groeiend aantal moslims in ons land. Zo stelt de landelijke Raad van Kerken altijd een vriendelijke groet op ter gelegenheid van de Ramadan, die lokale kerken kunnen bestellen en bezorgen bij een moskee in de buurt.

In het kader van een fijne dialoog werd in de grote kerken bijvoorbeeld niet al te veel gepraat over bijvoorbeeld de vervolging van christenen in een reeks moslimlanden. Dat werd overgelaten aan organisaties als Open Doors, die een jaarlijks ranglijst van landen bijhoudt waar christen het slecht tot zeer slecht hebben. Islamitische landen zijn daarop sterk vertegenwoordigd.
Maar er is iets aan het veranderen. Dat bleek vorig jaar al toen tientallen predikanten, van links tot rechts in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), in een open brief kritische vragen stelde bij de dialoog met de islam. Die was volgens hen niet echt geloofwaardig, zolang op veel andere plaatsen in de wereld moslims christenen verdrukken.

Vandaag is de langverwachte en uitgestelde islamnota ‘Integriteit en respect’ van de PKN verschenen die ook deze onrustgevoelens benoemt. Net als de principiële bezwaren die in met name het stevige deel van de kerk leven. Moslims geloven immers niet dat Jezus als Gods enige zoon de verlosser is en het idee dat hij is gekruisigd vinden ze een gruwel.
Het stuk is zeer goed geformuleerd. Geregeld denk je als lezer: wat zegt de kerk nu in dit visiestuk? Maar hier en daar staat het er wat duidelijker. Zoals: ,,De kerk bidt wel ‘naast’, maar niet samen met moslims.’’ En de kerk is geroepen om van Jezus Christus te getuigen, mits het maar respectvol gebeurt. Maar natuurlijk ook: de kerk is geroepen om stereotypen en vooroordelen te bestrijden.

Wie goed leest, ziet dat er langzaamaan wat aan het verschuiven is in het denken over de islam.

maandag 18 oktober 2010

RD app

De zondag als rustdag. Er zijn nog altijd mensen die hun best doen om daar aan vast te houden. In een kerkblad las ik een paar weken geleden een stukje van een dominee, die aan zijn nieuwe gemeente zijn nieuwe emailadres doorgaf. Maar hij had daarbij een aantekening. Op zondag stuurde hij in principe geen email en checkte hij die ook niet. Of de gemeente dat in het achterhoofd wilde houden. Of, nog beter, dat goede voorbeeld wilde volgen. ,,Misschien is het ook een idee voor u juist deze dag vrij te houden.’’

Het Reformatorisch Dagblad, ik schreef er hier al eens over, wil een modern medium zijn, maar tegelijkertijd de zondag heiligen. Als u op zondag RefDag.nl aanklikt, komt u niet verder dan het startscherm. En daar staat een verklaring van de hoofdredactie te lezen.
,,Vandaag is het zondag. Wij wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.’’
Het is een heel principiële keuze en het RD is de enige krant die die keuze maakt.

Vorige week presenteerde het RD een app voor de iPhone, die ik als nieuwe iPhone-gebruiker natuurlijk meteen heb gedownload. Het is een mooie applicatie en volgens Jacco, een collega die op dit terrein zeer deskundig is, is het ook een uitstekende. Jacco is ook goed op de hoogte van het kerkelijk erf en hij stelde vorige week dan ook de vraag of het RD met de app niet de principiële zondagsheiliging loslaat. Want in tegenstelling tot een website kun je een app niet stilleggen. Zo kan een gebruiker op zijn mobieltje een andere kalenderdag kiezen. Niemand doet dat natuurlijk, maar het kan. En dan weet die app niet dat het zondag is.

Ik heb gisteren eens gecheckt en op de RD-app was net als de andere dagen volop nieuws te lezen. Echter, de berichten waren sinds zaterdagavond niet meer ververst. Dat is ook de keuze van het Nederlands Dagblad dat op zondag wel de website in de lucht houdt, maar daarop dan geen nieuwe berichten plaatst.
Het is niet wereldschokkend, maar het is toch een verandering in het consequente beleid van het RD. Er is gekozen om ook gebruik te maken van dit moderne platform en dan is die verandering technisch gezien onontkoombaar. Voor een deel van de achterban van het RD is dit toch wel een flinke stap. En sommigen zullen deze app en de bijbehorende consequentie beslist een stap te ver vinden.

zondag 17 oktober 2010

Onwaarheden

Wat te doen als iemand je iets naar je hoofd slingert? Er zijn twee mogelijke reacties, ik heb het hier al eens opgemerkt: die van Spreuken 26 vers 4 of die van Spreuken 26 vers 5. (Nee, ik zet er dit keer geen link bij. Als u beide verzen opzoekt, doe het dan in dit geval bij voorkeur in de oude NBG-vertaling.)
In de stroom reacties op het LC-forum over de toekomstverwachting van dominee Orlando Bottenbley - hij gelooft dat hij de wederkomst van Jezus Christus bij gezondheid zal meemaken - trof ik ook diverse reacties aan van Ochhea. Ochhea manifesteert zich geregeld op de site en dat is prima, maar dit keer speelt hij of zij op de man.

Ochhea’s reactie van 19.11 uur vanavond begint nog eens met de - in mijn ogen misplaatste - constatering dat de LC-journalist die het internetstukje maakte er niets van heeft begrepen. Hij of zij besluit met deze alinea:
,,Ik kan u meteen meedelen dat ik ook weinig geloof meer kan hechten aan Wim Schrijver zijn blog, want ook hij verzuimt feiten te onderzoeken en schrijft onwaarheden op zijn "korte metten".
Heer Schrijver als u dit leest: bel betrokken eens op en doe een fatsoenlijk interview alvorens (foutive) dingen over een groepering op uw blog te vermelden. Een rondje Google had u overigens ook al beter kunnen informeren dan u uw lezers nu meent te moeten informeren.’’

Ik heb werkelijk geen idee waarover het gaat - en dat is waarschijnlijk voor Ochhea al genoeg bewijs voor zijn of haar stelling. Maar ik wil de goede raad van Ochhea ter harte nemen en ik bel in dit geval dus de betrokkene graag eens op en het lijkt me geweldig om voor de variatie eens een fatsoenlijk interview te doen.
Dus Ochhea, wees zo goed, en stuur me een mail (wim.schrijver@lc.nl) en zet daarin je/uw telefoonnummer. Ik neem contact op voor een goed gesprek en ik laat me graag bijpraten en zo nodig corrigeren.

vrijdag 15 oktober 2010

Nu nog beter

De reclamekreten voor producten zijn wel bekend. ‘Nu nog beter’, ‘nog voller van smaak’, ‘zonder kunstmatige toevoegingen’. Of, een gouwe ouwe: ‘Sinds 1850’. Alsof een respectabele leeftijd een garantie is voor kwaliteit.
In de kerken is het niet anders. Met name in de hoek van de pinkstergemeenten. Je kreeg op een bepaald moment de ‘volle evangelie gemeenten’. De boodschap was duidelijk: in de andere kerken wordt de blijde boodschap niet echt goed verkondigd. Een aardige is ook de naam van een groep christenen die zich enige jaren geleden in het Friese vestigde: ‘bijbelgelovende baptisten’. Oftewel: er waren al baptisten, maar die geloven dus niet in de bijbel.

Zondag begint een nieuwe pinksterkerk in Leeuwarden: de Christ Embassy. Het is de eerste dependance in Noord-
Nederland van deze internationale kerk, die al een bloeiende gemeente heeft in Amsterdam. Christ Embassy is een kwart eeuw geleden begonnen door de Nigeriaan pastor Chris. Achternaam: Oyakhilome (zie foto). De man trekt in Afrika enorme menigtes en weet nog meer mensen te bereiken via een eigen zender.
Er zijn al tientallen pinkstergemeenten in Friesland, maar de komst van Christ Embassy is beslist nodig, vindt de nieuwe voorganger. Pastor Sander (de Heus) zegt dat lang nog niet iedereen met het evangelie wordt bereikt. En, Christ Embassy laat de leden zien hoe ze een bevredigend leven uit de heilige Geest kunnen leiden. Die boodschap, pastor Sander zegt het voorzichtig, wordt ,,niet overal’’ verkondigd.

Voor een redacteur geestelijk leven is het natuurlijk erg aardig dat er zich geregeld iets nieuws voordoet op het kerkelijk erf. Op het evangelische stuk worden ook geregeld nieuwe gemeenten gesticht, nadat zich in een bestaande kerk een scheuring heeft voorgedaan. Met een zekere regelmaat beginnen een paar leden voor zichzelf, omdat de kwaliteit van de bestaande gemeente in hun ogen te wensen overlaat.
Enige tijd geleden trof ik iemand die tot zo’n nieuw ontstane gemeente hoort. Ik informeerde meelevend naar de situatie. ,,Ach, het was helemaal niet erg om uit elkaar te gaan, de gemeente dreigde te groot te worden.’’ Ik zit niet snel om woorden verlegen, maar in dat geval wist ik werkelijk even niet wat ik moest zeggen.

dinsdag 5 oktober 2010

Zevende gebod

Wat moet je als kerkenraad als de dominee zich misgaat? Het is al erg genoeg als de kwestie nog niet tot anderen is doorgedrongen, maar wat te doen als het langzaam maar zeker bekend wordt in de kerkelijke gemeente? Dan moet je wel een stap zetten om geloofwaardig te blijven.
Goed, je vraagt de dominee om zich ziek te melden. En als dat niet ‘spontaan’ gebeurt, dan zet je de man of vrouw op non-actief. Daar zijn kerkordelijke spelregels voor. Maar dan moet je ook nog de gemeente officieel op de hoogte stellen. En dat is een probleem.

Hoe formuleer je de verklaring voor de gemeenteleden zo, dat je de boel niet nog meer op straat gooit? Kerkenraden hebben daar de eeuwen door mee geworsteld. Je zegt al snel te veel. Maar als je te weinig zegt, dan kan de suggestie misschien nog wel erger zijn dan de feitelijke, zogenaamde openbare zonde.
Soms kon en kan de dominee niet goed met drank omgaan, of met geld. Maar vaak ging en gaat het om wat in het verleden werd geformuleerd als ,,zonde tegen het zevende gebod’’. Dat klonk eufemistisch, maar een beetje protestants kerklid wist hoe dat luidde: ‘Gij zult niet echtbreken.’ (Voor de goede orde, bij katholieken is dat het negende gebod: ‘Gij zult geen onkuisheid begeren.’ Dat is breder en daardoor vager geformuleerd dan in de protestantse versie.)

Dezer dagen speelt er weer een pijnlijke kwestie met een voorganger in een Leeuwarder kerk. De kerkenraad heeft zondag een verklaring voorgelezen aan het einde van de dienst, die nog geruime tijd eenvoudig via internet te beluisteren is. Daarin was sprake van langdurig ,,grensoverschrijdend gedrag’’ die ,,de zorgvuldigheid van het ambt van predikanten te buiten gaat’’.
Meer kon de raad niet zeggen met het oog op het ambtsgeheim en de plicht tot zorgvuldigheid, aldus diezelfde verklaring. En: ,,Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om wie dan ook verder te beschadigen. Wel willen we voorkomen dat door een geruchtenstroom onrust in de gemeente ontstaat.’’

Ik weet niet of dit soort formuleringen in bestaande protocollen staat. Als dat zo is, lijkt het me niet verkeerd die nog eens tegen het licht te houden. Want deze woorden zijn meer dan voldoende om een geruchtenstroom te voeden. Ook al sluit je je verklaring af met de oproep te bidden ,,om ons te bewaren voor de verleiding al te gemakkelijk te oordelen en te veroordelen’’.
Natuurlijk kun je het in zo’n situatie als kerkenraad eigenlijk niet goed doen. Niet alleen de betrokkenen lopen schade op, ook veel kerkleden die hun herder wijzer hadden geacht. En uiteindelijk krijgt het kerkelijk blazoen ook butsen. Het is een natuurlijke reactie om de pers daarvan de schuld te geven, maar ik neem aan dat die ook is ingesloten in het genoemde gebedspunt.

vrijdag 1 oktober 2010

Zielenvisserij

Begin deze week schreef ik een verhaal naar aanleiding van de nieuwe plaat van de brede en de smalle weg, gemaakt door een paar Urker mannen (hier als postertje te koop en groter aan te klikken). Met collega Fedde Dijkstra raakte ik daarover in gesprek en hij wees me op een schilderij waarvan ik het bestaan nog niet wist.
Het gaat om het prachtige ‘Zielenvisserij’ dat Adriaen Pietersz. van de Venne maakte in 1614. Het schilderij, in bezit van het Rijksmuseum, is bijna 2 meter lang en is in feite een fors uitgevallen cartoon. Van de Venne moet lang met zijn olieverf in de weer zijn geweest, want op het schilderij zijn honderden mensen te onderscheiden.

Het schilderij slaat op de bekende evangelietekst, waarin Jezus een paar vissers tot zijn discipelen maakt. ,,Kom, ik zal u vissers van mensen maken.’’ Net als nu werd de tekst in de zeventiende eeuw als een algemene aansporing van gelovigen gezien om zielen te winnen voor Christus. Vandaar dus de titel van het kunstwerk van Van de Venne.
De schilder heeft echter niet louter een vrome boodschap. Hij nam met zijn kunstwerk de kerkelijke situatie van dat moment op de hak. Er zijn twee groepen bezig met de zielenvisserij: protestanten en katholieken. Van de Venne maakte dit schilderij tijdens het Twaalfjarig bestand in de Tachtigjarige Oorlog. Beide groepen staan dan ook op het werk recht tegenover elkaar.

Links zie je de protestanten, met in het centrum de Oranjes, en rechts staan de roomsen, met de landvoogden Albert en Isabella van Oostenrijk. Aan de linkerkant, ergens vooraan, is de schilder zelf te vinden. Net zo strak in het pak als de rest van de gereformeerden. Kenners zien allerlei subtiele details waaruit blijkt dat de schilder het linkerkamp superieur maakte.
Of hij echt een stevige protestant was, is maar de vraag. Bij het Rijksmuseum geloven ze dat Van de Venne het schilderij vervaardigde als meesterstuk, een groot uitgevallen visitekaartje, waarmee hij als beginnend schilder opdrachten probeerde binnen te krijgen. En het was in die fase van de Tachtigjarige Oorlog allang glashelder: de protestanten zaten vast in het zadel.

zaterdag 25 september 2010

Rehoboth etc


In de kerk kunnen lijstjes ook heel leuk zijn: de Top 10 van meest gezongen gezangen. Of: de meest voorkomende kerknamen. Daarover heeft het Reformatorisch Dagblad deze week geschreven. Het RD heeft in de eigen orthodox-protestantse kring de kerknamen geïnventariseerd en kwam met een Top 5.
Voor de goede orde: de aanduiding ‘dorpskerk’ is in dit overzichtje niet meegerekend. Die had anders met stip op 1 gestaan. Op 1 staat nu Rehoboth. Daarna volgen Eben-Haëzer, Bethel, Maranatha en Hoeksteen. Het zijn namen die je ook op minder ‘zware’ kerken kunt aantreffen, en ook op scholen, instellingen en vergaderlokaaltjes. Ook in het buitenland.

De resultaten van een klein, niet representatief onderzoekje van mij, bevestigden wat ik reeds vermoedde. Ook mensen die geregeld ter kerke gaan, hebben niet of nauwelijks een idee wat die namen eigenlijk betekenen. Daarom een kleine toelichting bij deze Top 5. Niet uitputtend, want dat zou bij in ieder geval een paar van de namen echt het geval kunnen zijn.
‘Rehoboth’ is de naam die Abrahams zoon Isaak (zoals de Nieuwe Bijbelvertaling hem noemt) aan een nieuw geslagen put gaf. Daarbij zei hij, aldus Genesis 26 vers 22 (nu in de Statenvertaling): Want nu heeft ons de HEERE ruimte gemaakt, en wij zijn toegenomen in dit land. De naam is dus toepasselijk voor een kerk: ‘Nu heeft de Heer ons ruimte gegeven.’

‘Eben-Haëzer’ is de naam die de profeet Samuël gaf aan een gedenksteen - ‘steen der hulp’ - op de plek waar de Filistijnen werden verslagen. I Samuël 7 vers 12 meldt: ,,Want’’, verklaarde hij, ,,tot hier toe heeft de Heer ons geholpen.’’ Die laatste woorden vormen de diepere betekenis van menig gevelsteen. Met de aantekening dus dat het ging om het verslaan van tegenstanders.
‘Bethel’ komt uit het mooie verhaal over Jakob (Genesis 28), die op de vlucht voor zijn broer (minder mooi) onderweg met zijn hoofd op een steen sliep en een droom kreeg waarin engelen op die plek naar beneden afdaalden. Toen Jakob wakker werd, wijdde hij de steen en noemde de plaats Bethel. Want: Dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!

‘Maranatha’ is een lastige. Het woord wordt vaak gebruikt in de betekenis van de proclamatie ‘Hij komt!’ ‘Hij’ is natuurlijk Jezus, die zal terugkeren. Anderen wijzen erop dat het een gebed is: ‘Onze Heer, kom!’ Het lastige is de plek waar Paulus het woord gebruikt: aan het einde van zijn eerste brief aan de Korintiërs. Het staat er zo: ‘Als iemand de Heer niet liefheeft - hij zij vervloekt! Maranata!’ Die inleidende woorden hoor je zelden als iemand een toelichting op de naam op de gevel geeft.
‘Hoeksteen’ betreft een uitspraak van Jezus over zichzelf, waarbij hij teruggreep op Psalm 118. De steen die de bouwlieden afkeurden, is door toedoen van God tot een hoeksteen geworden. En de hoeksteen was in Jezus’ dagen een essentiële sleutelsteen, die werd gebruikt om de hoek van een bouwwerk te verstevigen. Mooi beeld.

woensdag 22 september 2010

Christelijk gamen

Hoe lang zal het wel niet geleden zijn dat we Doom speelden? Het was een ongekende sensatie. Dat je thuis het soort actiespelletjes kon doen waarvoor je in een speelhal steeds nieuwe munten nodig had. Bij Doom werden soms wel vraagtekens gezet. Zeker als visite zag hoe de kinderen tegenstanders ongenadig afmaakten. Maar ja, in Doom had je geen keus.
Een bevriende predikant, die ons overigens ook had leren kennismaken met Doom, kwam met een alternatief: Heretic (Ketter). Het spel leek sprekend op Doom, maar dit keer was je geen stoere soldaat, maar een monnik die allerlei duivels en demonen te lijf ging. Gek genoeg kon dat spel niet zo boeien als dat andere spel.

Gamen heeft zeker in christelijke kring een slechte ontvangst gehad. Net als ooit de popmuziek of strips - bijvoorbeeld. En nog altijd zijn er in ‘bijbelgetrouwe’ kring veel bedenkingen - en niet altijd onterecht. Tegelijkertijd is er het besef dat je wel een alternatief moet bieden. En dat doet de nieuwe website ChristGaming.com. Daar kun je onbeperkt gratis christelijke games spelen.
Het lijken op het eerste gezicht gewone - weliswaar simpele - spelletjes. Een koe in een wei, een mannetje op een klif. Maar schijn bedriegt. Ik heb net bijvoorbeeld dat mannetje aangeklikt, oftewel het spelletje ‘The Edge’ (het is grotendeels in het Engels, maar er wordt druk aan Nederlandse vertalingen gewerkt). En al snel blijkt: het zijn spelletjes met een boodschap.

Het bewuste mannetje stelt de mensheid voor. Met stemmige (bijna dreigende) muziek wordt verteld dat die zich van God afkeerde en allerlei verkeerde dingen deed. Daardoor ontstond er een kloof. Je moet proberen daarover heen te komen. Dat lukt met geen mogelijkheid en dat is ook de bedoeling. De boodschap: in eigen kracht kan het niet, wil je zien hoe wel? ‘Press spacebar.’
Er zakt, het is niet echt een verrassing, een kruis in de kloof en het mannetje kan nu weer aan de goede kant komen door over de dwarsbalk te huppelen. Vervolgens staan er een paar vragen: wie denk je dat Jezus was en wat doet Hij? Bij alle spelletjes staan ook bijbelteksten en wie wil kan ook doorpraten over wat via de spelletjes aan de orde wordt gesteld.

Ik zeg er verder niets over. Ga maar eens kijken en laat je verrassen.

maandag 20 september 2010

Twitter

Ik durf het bijna niet toe te geven, maar ook ik zit sinds dit weekeinde op Twitter. En voor iemand anders het opduikelt, zet ik hier de link naar een eerdere bijdrage op dit blog, ‘Gelovig getwitter’, waarin ik me nogal kritisch over Twitter uitliet. Dat was in augustus vorig jaar - wat vliegt de tijd.
Ben ik bekeerd? Niet echt. Ik heb grote vraagtekens bij de manier waarop alles binnen hooguit 140 tekens gecommuniceerd moet worden. Dat gebeurt niet alleen op Twitter, dat zie je overal. Op de televisie, maar ook in de gedrukte media.

Ik heb toegegeven aan de zachte drang op mijn werk om me ook via Twitter te manifesteren. Vooruit, ik geef het een kans. Maar alleen als extraatje. Als ik daarnaast ook nog maar elders de ruimte krijg om zaken en mensen beter en uitgebreider neer te zetten.
Gisteren werden tegenover mij in de pauze van een interreligieuze conferentie in Drachten, de media op de korrel genomen. Dat we teveel ruimte geven aan extremisme en wat daar tegenaan hangt en dat we zo een verwrongen, verkeerd beeld van de werkelijkheid helpen creëren.

Na de pauze kwam rabbijn Awraham Soetendorp aan het woord, die die eenzijdigheid in de media ook signaleerde, maar tegelijk een kanttekening maakte. Het kan haast niet anders, zei hij. ,,Het goede fluistert, gaat in stilte te werk.’’
Toch voel ik me aangesproken door de kritiek en wil ik ook aanspreekbaar blijven. En ik hoop ook anderen. En met het oprukken van de nieuwe ‘sociale media’ ligt de verantwoordelijkheid voor de ruimte die de schreeuwerigheid krijgt, allang niet meer alleen bij journalisten en programmamakers.

Wilt u zien wat ik op Twitter doe? Klik op de knop rechtsboven op deze site.

dinsdag 14 september 2010

Demonisch

Eens in de zoveel tijd komt er iets voorbij waardoor er zulke alarmbellen gaan rinkelen bij evangelische christenen, dat protest- en gebedsacties op touw worden gezet. Dat was bijvoorbeeld het geval bij My Little Pony, bij Pokémon en bij Harry Potter. En nu vormt de nieuwste spaaractie van C1000 reden voor grote verontrusting.
De zorg draait om een paar kernwoorden: occult en duivels. De nieuwerwetse ‘Flippo’s’ die je nu bij de supermarktketen kunt krijgen, heten Dungans (spreek uit als: ‘Doenkans’). Op de schijfjes zie je magische figuurtjes, die over bijzondere krachten beschikken en ook de elementen water, vuur en aarde gebruiken.

Kinderen kunnen er mee spelen, door met in een gesloten vuist een Dungan te houden en de ander uit te dagen. Ook als je niet direct vindt dat er duistere krachten aan het werk zijn, kun je je wenkbrauwen fronsen bij de tv-reclame, die op deze Dungansite is te vinden. De wezentjes blijken kwaadaardige monsters die bezit nemen van de spelende jongens. Hoezo reclame?
Gisteren hadden wij in de krant een berichtje over een vrouw in Drachten die een lokale actie is begonnen naar het voorbeeld van gelovigen in Veenendaal, waarop twee C1000-filialen daar besloten de Dungans niet uit te delen. En de Telegraaf pakte vanmorgen onderop de voorpagina uit: ‘Christenen verketteren actie super’.

De Telegraaf zit er naast. Tot verdriet van nogal wat evangelische christenen, zijn er in de traditionele kerken (ook in orthodox-protestantse kring) erg weinig mensen die net zo helder demonen en duivels aan het werk zien. Sterker nog, er zijn in de kerken behoorlijk wat mensen die balen van dat soort berichten als in de Telegraaf. ,,Daar staan we weer met z’n allen te kijk.’’
Voor de door de C1000-actie verontrusten is die houding onbegrijpelijk. ,,Voor wie zijn christelijk geloof serieus neemt, is het overduidelijk dat de duivel, die heel geniepig te werk gaat, hier achter zit’’, zei een dame vanmorgen tegen me. Dat veel christenen dat niet zo zien, is voor zulke mensen een bewijs hoeveel mensen de satan al in slaap heeft gesust.

zaterdag 11 september 2010

Friese kerken

De markante kerken in dorp en buurt blijven bestaan als ú dat wilt. Niet alleen de overheden zijn verantwoordelijk, ook de kerk- en lokale gemeenschappen en het bedrijfsleven. Dat is de boodschap die de provincie Friesland uitdraagt.
Cultuurgedeputeerde Jannewietske de Vries herhaalt die boodschap graag. Het was de strekking van de inleiding die zij schreef in de gids van Tsjerkepaad (de zomerse openstelling van Friese kerken - vandaag is de laatste Tsjerkepaaddag van dit seizoen) en precies dezelfde inleiding stond in de gids voor dit jaar.

En deze boodschap had ze donderdag ook op de feestavond waarmee de stichting Alde Fryske Tsjerken met vrijwilligers het veertigjarig bestaan vierde, in de Sint Willibrorduskerk in Holwerd, een van de 38 kerken die de stichting in beheer heeft.
Eerder dit jaar kwam de stichting op verzoek van de provincie met een inventarisatierapport over de 770 kerken in Friesland. De situatie is bijzonder ernstig. In de komende tien jaar zullen zo’n honderd kerken worden afgestoten en kerkbestuurders gaven aan dat ze in die periode van nog eens 250 kerken het onderhoud niet meer kunnen betalen.

De provincie, vertelde De Vries donderdagavond ook nog eens, is met een Deltaplan voor de kerken bezig. En daarin staat die samenwerking met kerken en lokale gemeenschappen weer centraal. Wim Eggenkamp, rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed, wees er donderdagavond fijntjes op dat vooral overheden, de provincie voorop, een rol zullen moeten spelen.
Het is de provincie die prioriteiten moet gaan stellen en snel: welke kerken die overtollig zullen worden moeten er per se openblijven? En als die moeten blijven, dan zal er naarstig gezocht moeten worden naar een goede herbestemming voor die gebouwen die worden afgestoten. En het zullen de overheden moeten zijn die daar ook geld voor moeten uittrekken, zei hij.

Het is een mooie gedachte om de verantwoordelijkheid voor de redding van kerken ook bij lokale gemeenschappen te leggen. Maar het is echter maar zeer de vraag of die daar echt allemaal zin in hebben. En als ze er wel zin in hebben, zal in een aantal gevallen toch gezegd moeten worden dat die bewuste kerk beter kan sneuvelen, ten gunste van belangwekkender gebouwen elders.
Het rapport van de stichting maakt een welhaast onmogelijke, want onbetaalbare, situatie duidelijk. Het zal de komende jaren hard en pijnlijk (moeten) worden in het kerkenlandschap.

woensdag 8 september 2010

Startzondag

Het vergaderseizoen is ook in de kerken weer losgebarsten. Ik merk het aan mijn agenda. Veel lokale gemeenten luiden de drukte in met een speciale startzondag. Afgelopen zondag nam ik een kijkje bij de Protestantse Gemeente te Franeker. Daar was een Wake Up Call georganiseerd, een activiteit van JOP, de jongerenbeweging van de Protestantse Kerk in Nederland.
JOP is een fenomeen. Toen een paar jaar geleden op een landelijke synode de komst van JOP werd aangekondigd, hoorde ik dat wat sceptisch aan. Veel kerkelijk jeugdwerk was immers al een zachte dood gestorven. Maar, JOP blijkt een schot in de roos. Vooral de regeling dat plaatselijke gemeenten een jongerenwerker kunnen ‘leasen’.

Wie een kijkje neemt op de website van JOP komt de portretjes tegen van ruim vijftig blije, moderne en vaak jonge mensen die zich willen inspannen voor de kerkelijke jeugd. En ze doen ook aardige dingen. Dat zag ik zondag. Zo’n Wake Up Call, bedoeld voor jongeren, zit leuk in elkaar. En wordt desgewenst voor iedere lokale situatie aangepast.
In Franeker hadden ze er voor gekozen om de Wake Up Call voor heel de gemeente te organiseren. Zoals de gangmakende deejay, die zijn sporen heeft verdiend als publieksopwarmer bij de commerciële omroep, het zei: er waren jongeren van alle leeftijden. Kinderen, jongeren en ouderen deden leuk mee in en om de Zilverstraatkerk in Franeker.

Er was van alles te doen. Er waren serieuze activiteiten als ‘Meek A Preek’ en ‘Gebeden maken’, maar daar was de minste belangstelling voor. De bezoekers wilden deze zondagmiddag even iets anders doen in en bij de kerk. Zoals schilderen of sumoworstelen in de inmiddels bekende kogelronde pakken, waarmee je ternauwernood kunt opstaan als je tegen de vlakte bent gegaan.
De sfeer was plezierig en het weer werkte mee. En er waren bemoedigend veel jongeren en kinderen, vond een oudere broeder met wie ik in gesprek raakte. ,,De kunst is om ze ook de ‘rest’ van het jaar vast te houden.’’ En daar legde hij precies de vinger bij de tere plek. In de kerk kan het wel een middagje ‘leuk’ zijn, maar niet een heel seizoen.

vrijdag 3 september 2010

iChismus

Sinds een paar dagen ben ik de trotse eigenaar van een iPhone 4. Nee, ik heb geen last van de death grip, die bellen onmogelijk maakt, en andere ongemakken. Wel verbaast het me elke keer weer dat het blijkbaar nog steeds een onmogelijke opgave is om een batterij te produceren die het echt lang uithoudt. Ach, ik zou hier uren over kunnen spreken.
Tussen allerlei handige apps die ik op mijn telefoon heb gezet, zit natuurlijk ook een mapje met de titel ‘Bijbel’. Duhuh. Wat ik daar aan handige en verrijkende programma’s in heb zitten zal ik met u delen op het moment dat ik daar een uitgesproken mening over hebben. Over de jongste aanwinst - de enige die niet gratis was - wil ik het nu alvast wel met u hebben: de iChismus.

De iChismus is een uitgave van Kok ten Have en is een initiatief van Refo500, de grootscheepse herdenking van de Reformatie uit 1517. De iChismus omvat de zogenaamde ‘Drie Formulieren van Enigheid’, die door de roemruchte gereformeerde synode van Dordrecht van 1618-’19 als de grondslag van de vaderlandse kerk werd aanvaard.
Voor de niet-ingewijden de drie belijdenisgeschriften, want daar gaat het om, op een rijtje. Allereerst de Heidelbergse Catechismus die in 52 ‘Zondagen’ (in totaal 129 vragen en antwoorden) systematisch de geloofsleer doorwerkt. Dan zijn er de Dordtse Leerregels (die de opvattingen van de remonstranten bestrijden) en tenslotte de bekende Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Ik heb graag de €1,59 voor deze app betaald. Ik was om toen in het persbericht de catechismus een inventief vraag-en-antwoordsysteem werd genoemd. Maar, ik ben teleurgesteld. Het taalgebruik is archaïsch. Met woorden als ‘den’ en ‘dezen’ en als je op de bijbelse linkjes klikt, krijg je teksten uit de Statenvertaling te zien: ‘Den Heere’ of ‘neen Hij, geenszins’.
Dat is een gemiste kans. Al jaren geleden is de Heidelberger opgefrist. Ik leerde als twaalfjarige al een versie zonder ‘den’ of ‘generlei wijze’ - en dat is al geruime tijd geleden kan ik u verzekeren. Ik begrijp deze actie van Kok ten Have niet. Ik had deze versie verwacht van een ‘zware’ reformatorische broeder, niet van de uitgever van Harry Kuitert.

donderdag 5 augustus 2010

Vakantie

Na een bezoekje aan het Titus Brandsma Museum in Bolsward (van harte aangeraden) passeerde ik vorige week de aanpalende Sint Franciscuskerk. De kerkdeuren stonden uitnodigend open. Zoals veel rooms-katholieke parochiekerken is dit godshuis tijdens de zomer de meeste dagen van de week open - daar kunnen de protesten een voorbeeld aan nemen!
Een familie op vakantie stond voor het kerkplein stil. Oma, ouders, paar kinderen van de basisschoolleeftijd. Ze hadden, hoe zeg ik het netjes, in een Vogelaarwijk kunnen wonen. Oma stelde voor om een kijkje in de (prachtige) kerk te nemen. Haar (schoon)dochter vond dat een belachelijk idee. Een kerk bezoeken, vrijwillig? Ben je gek, we hebben vakantie! Het idee.

En dus liep de familie door. De (schoon)dochter vertelde aan haar kinderen, die waarschijnlijk nog nooit een kerk van binnen hadden gezien en geen enkel teken van afschuw hadden vertoond toen oma voorstelde om de Franciscus te bezoeken, dat oma als kind iedere zondag naar de kerk moest. En moeder demonstreerde: ze trok haar dochtertje aan het oor. Zo ging dat toen.
Onzin, zei de grootmoeder. Ze was nog nooit op die manier mee naar de kerk genomen. Je ging vanzelfsprekend mee, zo ging dat toen. Haar verhaal ging verloren, want kleinzoon en vader hadden inmiddels iets anders opgemerkt en namen de conversatie over. Oma deed er verder het zwijgen toe. Het onderwerp was ook volstrekt niet belangrijk.

In Friesland werken deze zomer weer een paar honderd kerken mee aan Tsjerkepaad: ze zijn dan op zaterdagmiddagen geopend en bieden vaak extra’s als exposities van bijvoorbeeld doopjurken en orgelconcerten. Vorig jaar trokken ze samen zo’n veertigduizend bezoekers. En daar zitten veel mensen bij die zelden of nooit in de kerk komen.
Maar het is ook goed om eens ruw bij een ander feit te worden bepaald: heel veel mensen hebben ook werkelijk niets (meer) met een kerk. Het is tijd voor vakantie, dacht ik, toen dat gezin doorliep en ik afsloeg richting mijn auto. Dat kwam goed uit, want een dag later begon mijn vakantie. En het moet wel heel gek gaan, wil ik dezer weken niet als toerist kerken bezoeken.

Korte Metten is dus een paar weken met vakantie.

vrijdag 23 juli 2010

Virtuele kinderkerk

Ik had het blad al bijna dichtgeslagen, toen ik achterin ELKkwartaal, het blad van de Evangelisch-Lutherse Kerk, een aardig artikeltje zag staan. In Finland, zo meldt het blad, hebben ze sinds ruim vier jaar een virtuele kinderkerk: Lastenkirkko.
Het ziet er uit en het werkt min of meer net zo als Habbo Hotel, een wat simpel weergegeven wereld waarin kinderen rond kunnen lopen, een eigen kamer kunnen nemen en met elkaar contact kunnen leggen. Een redelijk veilige omgeving ook.

De initiatiefnemer van de virtuele kerk is Juha Kinanen die zijn idee voor zo’n kerk uitprobeerde in inderdaad Habbo Hotel. Het sloeg aan en hij begon namens de Evangelisch-Lutherse Kerk in Finland met Lastenkirkko, dat nu zo’n 22.000 jonge gebruikers heeft.
Net als in Habbo kunnen kinderen hun eigen avatar (figuurtje) maken en rondstappen in en rond een kerkgebouw. Daar kunnen ze muziek luisteren, chatten en spelletjes spelen met kerkelijke attributen. Er kan op het orgel gespeeld worden en er kunnen kaarsjes worden gebrand.

Kinderen kunnen er ook met vragen terecht en er is allerlei informatie over het christelijk geloof te vinden. Zo is er een adventskalender. En er is iedere zondag om 12.00 uur een kerkdienst, waar iedereen welkom is.
Jammer dat ik geen Fins ken, ik zou het wel eens willen meemaken. We hebben iedere maandag in de Leeuwarder Courant een verslag van een kerkdienst, het zou toch aardig zijn om in die rubriek een impressie te kunnen geven van een virtuele kinderkerkdienst.

dinsdag 20 juli 2010

Oranjemis

De kans is groot dat als bisschop Jos Punt van Haarlem had geweten wat voor tumult er rond de schorsing van de ‘Oranjepastoor’ Paul Vlaar in Obdam zou ontstaan, hij zou hebben volstaan met een indringend gesprek. De bisschop is verbaasd over al het verzet onder de parochianen. En ook teleurgesteld. En dat kan ik me voorstellen.
De Rooms-Katholieke Kerk heeft een rijke traditie als het gaat om het vieren van de eucharistie in een wereldse setting. Om dicht bij de mensen aan te sluiten worden er bijvoorbeeld carnavalsmissen gehouden, of een eucharistie in de botsautootjes op een kermis. Wat is er dan mis met een vlotte pastoor die een eucharistie een oranjetintje geeft?

Punt probeert dit nu uit te leggen in een brief aan de gelovigen in zijn bisdom. Het is een goede brief, waarin hij vertelt dat in de dienst een grens werd overschreden. Zo was de schuldbelijdenis vervangen door een verhaaltje over een scheidsrechter, was het evangelie vervangen door een ode op het oranjegevoel en werden bij het uitdelen van de hostie profane liederen gezongen.
Een gevleugelde uitdrukking van mijn goede vader, die overigens als rechtgeaard protestant weinig heeft met de mis, luidt: ,,Sommige zaken verdragen geen scherts.’’ Als je als katholiek gelooft dat Christus in de eucharistie daadwerkelijk aanwezig is, dan moet je niet uitgelegd hoeven te worden dat er best in de dienst op het WK ingespeeld mag worden, maar dat de eucharistie zelf heilig is.

Dat is waar de teleurstelling van Punt zit. Hij begrijpt best dat mensen met Vlaar weglopen en voor hem opkomen, maar hij had ook graag dat begrip gezien voor zijn stap: een tijdelijke schorsing van de pastoor, omdat die blijkbaar de fijngevoeligheid miste om de oranjegekte in de kerk maar slechts in beperkte mate toe te staan.
Net als de jonge pastoor weet ook de modale gelovige niet meer hoe heilig het heiligste sacrament van de RK Kerk is. En dat is waar de werkelijke pijn van dit drama van de Oranjemis zit. Dat eigen kerkleden voor de tv-camera’s net zo hard als buitenstaanders roepen dat de ‘pedofiele’ kerk boter op haar hoofd heeft, maakt het extra pijnlijk.

donderdag 15 juli 2010

Processie


Als redacteur geestelijk leven is niets menselijks mij vreemd - dat moet ook volgens de functieomschrijving, anders kun je die baan niet goed doen. Vanmorgen bij de eerste koffie werkte iets mij flink op mijn irritatiespieren en ik had weinig zelfonderzoek nodig om te weten waarom: ik voelde mij miskend.
Het kwam door een bericht dat de voorpagina van het Nederlands Dagblad sierde. ‘Maria na eeuwen weer door Leeuwarden’. Het bericht was overgenomen van het ANP. De bron, zo bleek al snel, was het bisdom Groningen-Leeuwarden dat dit bevestigd had, na een bericht daarover in het Friesch Dagblad van gisteren.

Op zich was verder niks mis met het bericht. Behalve het feit dat wij als Leeuwarder Courant (lees: IK) dat bericht afgelopen zaterdag al hadden gebracht. Sterker nog, ik had het vorig jaar al gemeld. Aanvankelijk was het de bedoeling toen al een processie met een vijf eeuwen oud Mariabeeldje door Leeuwarden te houden, maar na ampel beraad was dat een jaar uitgesteld.
Op deze plek schreef ik er toen al over. En in de krant had ik een veel uitgebreider verhaal over het beeldje Onze Lieve Vrouwe van Leeuwarden, dat in de zestiende eeuw van heinde en ver mensen trok, omdat het miraculeus zou zijn. En dat het jaarlijks in processie werd rondgedragen, tot de katholieke eredienst werd verboden. Nu ja, lees hier maar na.

De Leeuwarder Titus Brandsmaparochie heeft de extra voorbereidingstijd goed gebruikt. De parochie pakt dit najaar flink uit rond Maria. Er komt behalve de processie ook een tentoonstelling met Mariabeelden en gelovigen wordt gevraagd of ze mooie verhalen hebben over en rond Maria. Die worden dan gebundeld.
Het is voor de overheid nog even wennen, dat nieuwe zelfbewustzijn van de katholieken, waardoor ze nu weer plechtig de straat op willen. Toen de parochie vorig jaar voor het eerst een vergunning aanvroeg voor een processie over de openbare weg, dacht de ambtenaar dat het om een groepje mensen ging dat louter van de stoep gebruik zal maken.

Dat het echt een optocht werd met een muziekkorps en in ieder geval enige honderden mensen, en dat die de hele breedte van de straat nodig zouden hebben, had die ambtenaar zich even niet gerealiseerd. Ach, het viel de man of vrouw ook niet kwalijk te nemen: de laatste katholieke processie in Leeuwarden was in 1578.

zaterdag 10 juli 2010

Kopje onder

Het is altijd leuk om iets nieuws te horen en mee te maken. Dat overkwam me vandaag weer eens. Ik was op bezoek bij de Messiaanse Gemeente Mayaan Yeshua in Drachten. Aanleiding was het feit dat er twee mensen in een vijver gedoopt zouden worden.
Mayaan Yeshua zorgt bij eerste oogopslag, maar ook bij nadere bestudering, voor verwarring. Voorbijgangers die de doopplechtigheid zagen, dachten met een joodse groepering te maken te hebben. Dat was niet zo heel vreemd: een aantal mannen - sommigen flink bebaard - had een kipa (keppeltje) op en binnen ook een talliet (gebedsmantel) om.

De gemeente houdt de sjabbat als dag des Heren en gebruikt daarnaast ook dat ‘gemeente’ en ‘synagoge’ door elkaar. Maar het is dan wel een synagoge waar ‘Jesjoea’ - zo wordt Jezus consequent genoemd - als Messias beleden wordt. In een foldertje erkent Mayaan Yeshua dat dat vragen oproept. Bij christenen en bij Joden.
De streekgemeente is gesticht vanuit de Zevendags Baptisten Gemeente in Leeuwarden, met wie men gisteren ook een gezamenlijke dienst heeft. Maar in Drachten gebruiken ze liever ‘Messiaans’ in de naam om te benadrukken dat ,,we verlost zijn door de Messias van Israël’’. Beide Friese gemeenten maken ook deel uit van een klein Messiaans platform van gemeenten voor zowel Messiasbelijdende joden als niet-joden.

Dat was echter niet het opvallend nieuwe, wat ik hoorde en zag. Dat betrof de uitleg van de doop door voorganger Gerard Wijtsma, die tijdens de lofprijzing (met veel Hebreeuws) behalve gitaar ook fantastisch mondharmonica speelde. Hij vertelde aan de hand van een reeks bijbelteksten dat de doop al in Israël bestond. Hij doelde op de rituele wassing uit de wetten van Mozes. De Israëlieten lieten zich niet wassen, dat deden ze zelf.
En zo blijkt niet alleen de kinderdoop (Wijtsma sprak van ‘besprenkeling’, want het is in zijn ogen geen doop) niet juist, ook de in evangelische kring bekende doop door onderdompeling door ánderen klopt niet. In plaats daarvan hoort er sprake te zijn van zelfdoop. Je moet zelf een stap zetten naar de Allerhoogste: ík moet mijn oude leven afleggen.

De dopelingen, een echtpaar, gingen gisteren dan ook alleen te water en Wijtsma en alle andere broeders en zusters bleven op de kant. En de twee gingen zelf om de beurt kopje onder.


zaterdag 3 juli 2010

Scoren met Maria

Als ik de Rooms-Katholieke Kerk was, zou ik het succes van Lesley Sneijder, dat kleine mannetje dat gisteren met een kopbal Nederland een historische overwinning op Brazilië bezorgde, onmiddellijk verzilveren. Ik zie de advertentiecampagne al voor me: ‘Word ook een winnaar.’ Of: ‘Wil je weten wat Wesley drijft?’ Of: ‘Scoor ook met Maria.’
Wesley Sneijder is immers rooms-katholiek geworden. Hij gaat trouwen - wie weet dat niet in het land waarin we lang Henk van der Meijden hebben verketterd - met Yolanthe Cabau van Kasbergen. Het wordt een groot langdurig feest in het buitenland, ik ben even vergeten waar, en Yolanthe wilde ook dolgraag voor de kerk trouwen.

Sneijder, zo werd vorige maand bekend, heeft zich om die reden tot het katholicisme bekeerd. Hij heeft zich laten dopen en doet daar niet stiekem over. Tegen de Volkskrant heeft hij gezegd dat hij dagelijks via de telefoon het Onze Vader bidt met zijn aanstaande (inmiddels zit ze in Zuid-Afrika zag ik op de tv). Ook sms’t hij veel met de priester die hem doopte.
,,Ik heb altijd geloofd in God, maar was niet katholiek. Het geloof geeft mij kracht’’, aldus de Oranje-international. En hij vertelt dat hij ook regelmatig zelf bidt. ,,Dan zoek ik een rustig plekje op.’’ Bidden helpt, weet Sneijder. ,,Als ik me even niet lekker voel, bid ik en dan kan ik dat vervelende gevoel van me afwerpen.’’

Een mooi getuigenis. Geen wonder dat ze in de katholieke kerk met hem weglopen. Er is een vervelend smetje: Sneijer is gescheiden. Maar gelukkig, dat is voor de kerk geen probleem. Dat is gebeurd voor zijn bekering. Zijn vorige huwelijk was niet in de kerk ingezegend en dan werpt het canoniek recht geen roet in het eten.
Van een paar voetbalminnende katholieken heeft Sneijder een katholieke ‘starterskit’ gekregen. Met daarin een boekje met een introductie op het katholicisme, goede wijn en typisch katholieke dingetjes als een rozenkrans en een bidring. Dat laatste kleinood kende ik nog niet, maar na wat googelen moet ik zeggen: dat is absoluut een mooi sierraad. Zou hij die gisteren gedragen hebben?

zaterdag 26 juni 2010

WK en iPhone



In met name bevindelijk-gereformeerde kring geldt voetbal als afgoderij (zie vorige blog). Niet veel mensen zullen dat na zeggen, maar met een beetje goede wil zijn in voetbal en zeker het WK religieuze dimensies te ontdekken. Als je de ruime definitie van religie hanteert als het pakket dat mensen hebben om betekenis aan hun leven te geven, om boven het alledaagse uit te stijgen.
De fans van het Nederlands elftal zijn absoluut gelovigen. Velen beschikken over een groot geloof, ze zijn er van overtuigd dat deze spelers wereldkampioen kunnen worden. Een aantal had er zelfs een dure reis naar Zuid-Afrika voor over. Maar ook de gelovigen hier leven in een tijd van grote verwachting (advent): naar iedere wedstrijd van Nederland wordt toegeleefd.

Wanneer de wedstrijd (bijna) daar is, bereikt de religieuze ervaring een hoogtepunt. Met elf priesters op het veld en de norskijkende hogepriester in een glimmend grijs kostuum zonder stropdas langs de kant. Er wordt gebeden opdat een actie van de eigen ploeg slaagt en die van de tegenstander niet, en er wordt volop gedankt wanneer er een punt wordt gescoord.
Tegen een collega die fan is van SC Cambuur in Leeuwarden zeg ik, na al weer een teleurstellende wedstrijd van ‘zijn’ ploeg, dat hij als Cambuurfan een groter geloof koestert dan ik. Hij gelooft immers ook in iets bovennatuurlijks: iets dat niet naar menselijke maatstaven voor de hand ligt en is te controleren. Het aardige is dat hij een van de weinigen is die dat direct beaamt.

En religie beperkt zich niet tot het voetbalveld. Een ander voorbeeld vormt de de nieuwe iPhone 4 van Apple, die een aantal bevoorrechte mensen in de Verenigde Staten en in ons omringende landen de afgelopen dagen in ontvangst mocht nemen. Velen stonden daarvoor uren in de rij, ook dat werd ervaren als de finale van een lange, gespannen adventstijd.
Naar de komst van de nieuwe iPhone wordt ook in Nederland, waar we langer moeten wachten, reikhalzend uitgekeken. Ik geef het toe, ook door mij en ik ben niet eens een echte Apple-aanhanger. Sommigen zijn zelfs donderdag naar Frankrijk of Duitsland afgereisd om het ding te bemachtigen. En nu onder de eerste gebruikers allerlei gebreken van het ding worden ontdekt, met name de beroerde ontvangst wanneer de telefoon in de hand wordt gehouden, is bij velen de desillusie groot.

Apple is nog niet met een fatsoenlijke reactie gekomen. Er is alleen een mailtje van het mailadres van Apple-topman Steve Jobs. De strekking: de iPhone 4 heeft geen probleem, ú bent het probleem, u houdt het ding verkeerd vast. Het ongeloof op de internetfora is enorm. Dat de ‘Verlosser’ met zo’n antwoord komt - onvoorstelbaar.
De echte Apple-gelovigen laten zich niet uit het veld slaan en verdedigen hun ‘Redder’ en zijn bedrijf als krampachtige zeloten, waarmee ze anderen weer in de gordijnen jagen. Het zijn maar twee voorbeelden van wat dominee Kempeneers (zie vorige blog) de afgoden van deze tijd zal noemen. Hij heeft gelijk: je hoeft niet twee keer per zondag naar de kerk te gaan om een groot geloof te koesteren.

vrijdag 25 juni 2010

Antivoetbalgebed


Als kind zag ik eens een tekenfilmpje met - ik geloof - Yogi Beer. Hij stond met een stel andere beren op rij in het gelid en de boswachter vroeg een van de beren om als vrijwilliger een stap naar voren te zetten. Yogi staarde onnozel naar de lucht en dacht: ik verzet geen stap. Maar hij had niet in de gaten dat de rest een stap achteruit had gedaan. Yogi was niet van positie veranderd, maar toch nam hij opeens een uitzonderingspositie in. En was hij het haasje.
Aan deze scene moet ik geregeld denken als de gereformeerde gezindte in het nieuws komt. Beter bekend als de ‘zwartenkousenkerken’, de achterban van de SGP. Dat is nu ook weer het geval. De predikant van de ‘zware’ Christelijke Gereformeerde Kerk te Elburg, M.A. Kempeneers, is in het nieuws omdat hij bidt om het verlies van het Nederlands elftal, zodat de gekte rond deze afgoderij en dit toppunt van werelds vermaak zo snel mogelijk afzakt.

Nu is Kempeneers niet vies van stevige uitspraken. Hij kwam bijvoorbeeld vier jaar geleden al in de kijker toen hij zijn afschuw uitsprak over een bezoek van reformatorische scholieren aan een moskee. Een christen hoort daar niet, stelde hij in het Reformatorisch Dagblad. En schoenen uittrekken in zo’n bedehuis, zag hij als een knieval voor de islam. En nu is er dus zijn mening over voetbal op de website Refoweb.nl.
Ook al brengt Kempeneers het graag gepeperd, zijn mening over het voetbal is niks nieuws. Die wordt al jaren gehuldigd in zijn kring. En vergis je niet, de gereformeerde gezindte is volgens voorzichtige schattingen toch een slordige 250.000 zielen groot. Het adagium wel in, maar niet van de wereld wordt daar nog altijd hooggehouden. Velen in die kring hebben net zo’n afkeer van de tv, de bioscoop, loterijen, gokken, discotheken, dansen en bars als van voetbal. Bijvoorbeeld.

Het zijn de zaken die te vinden zijn langs de brede weg op de oude plaat van de verdervelijke brede weg tot het verderf en de smalle weg tot het eeuwig heil. Voor veel Nederlanders is dat nu onvoorstelbaar - ze deden als de beren rond Yogi een flinke stap terug - maar in de gereformeerde gezindte is dat nog altijd de realiteit van alle dag, die slechts wordt bevestigd door het onbegrip van de ‘rest’ van Nederland. Zij veranderden intussen niet van positie. En dat is dus nieuws.

zaterdag 19 juni 2010

Pionierspad

Zijn boek ligt nog op mijn bureau, als laatste op een naar stapeltje boeken dat mij nogal hinderlijk toeroept dat ik nog volop moet recenseren. ‘Authentiek - de zoeker en het verlangen’. Predikanten Boele Ytsma, die zich door zijn activiteiten op het web in korte tijd de status van ‘internetpastor’ heeft verworven, begint morgen aan een promotietoer van het boek.
Althans, dat was de bedoeling. Het door hem zelf uitgezette Pionierspad, een voettocht van het Muiderslot tot Vollenhove, is intussen een eigen leven gaan leiden. Er wordt zelfs gesproken van een ‘oecumenisch statement’. Nu is dat weer wat erg zwaar aangezet, maar toch, Ytsma krijgt veel mensen in beweging.

Een heel stel mensen meldde zich spontaan aan om met Ytsma op te trekken. En hij heeft ook zelf een stel wandelmaatjes uitgenodigd van uiteenlopende kerkelijke/religieuze snit, die allemaal graag ja zeiden.
Van dominees met een stevig geloof als Gerrit de Fijter uit Kampen (oud-synodevoorzitter van de PKN) en de vrijgemaakt-gereformeerde Jos Douma tot de ‘atheïstische dominee’ Klaas Hendrikse en de remonstrantse Tom Mikkers. En verder, lees ik, Tear-directeur Marnix Niemeijer, EO-directeur Jaap Kooij, Klaas van der Kamp van de Raad van Kerken (we werkten ooit samen op de kerkredactie van het Friesch Dagblad) en IKON-presentatrice Annemiek Schrijver. (Vaak vragen mensen mij of zij misschien familie is. Als ik dan bevestigend antwoord, word ik meteen met alle egards behandeld.)

Dat pelgrimeren voor kortere of langere tijd is ongekend populair. Dat heeft mij altijd wel geïntrigeerd. God heeft ons in de loop der eeuwen allerlei moderne vervoersmiddelen laten ontdekken, waarbij wel zelf niet meer in beweging hoeven te komen, maar toch gaan steeds meer mensen lopen.
Of religieus fietsen. Zoals die non die een paar dagen terug blijmoedig opstapte voor een tochtje naar Jeruzalem. Maar toch vooral lopen. Zo is in Friesland het Jabikspaad razend populair, het begin van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, die weer door hele volksstammen wordt afgelegd.

Een populaire uitdrukking in christelijke kring is die van het volk Gods onderweg. Iedereen is bezig met zijn eigen woestijnreis naar het Beloofde Land met hier en daar een oase. Nu spreekt mij dat beeld wel aan, maar het heeft mij er nooit toegebracht om ook echt eindes te gaan lopen. Een religieuze ervaring op een harde kerkbank vind ik al mooi genoeg.
Beelden moet je beelden laten. De bijbel zegt dat we ook vreemdelingen en ‘bijwoners’ zijn, maar je ziet christenen ook niet massaal hun huizen voor tentjes verruilen. Wat overigens wel een prachtig statement zou zijn, meer nog volgens mij dan dat lopen, dat toch vooral de gelovige zelf goed schijnt te doen. Misschien leuk voor een volgende actie van Ytsma.

Voor wie Ytsma nog niet gevonden heeft op internet, op http://www.tochtgenoten.nl/ is het de komende dagen allemaal digitaal te volgen. En ja, je mag spontaan meelopen.